zondag 17 maart 2019

Het is nooit te laat

Als 55-plusser ben je een uitzondering als je nog op een gewone fiets rijdt, ik bedoel dan een fiets zonder trapondersteuning. Wat opvalt is dat je veel meer (wat oudere) mensen ziet fietsen. Een goede ontwikkeling, minder gebruik van de auto en vooral meer lichaamsbeweging. En bewegen is gezond toch? 
Voor iedereen, maar zeker voor de ouder wordende mens, is het erg belangrijk om een actieve leefstijl met voldoende beweging er op na te houden waardoor je langer fit blijft. 
“Ouder worden komt met gebreken”: een bekende uitspraak die helaas maar al te waar is. Sporten kan de komst van deze gebreken uitstellen of zelfs voorkomen.    

Enkele weken geleden las ik een artikel in ‘de Scientist’ over spierveroudering. Spiermassa en daarmee natuurlijk ook spierkracht neemt af met de leeftijd. Zelfs de fietsbenen van Tom Dumoulin zullen over 30 jaar met de helft in volume zijn afgenomen. Wat een zonde ☺. 
In het artikel staat beschreven waarom het zo belangrijk is dat mensen blijven trainen/sporten. Niet alleen rem je de afname van de spierkracht en het spiervolume, ook je algemene gezondheid heeft er baat bij.

Hoe komt het eigenlijk dat het spiervolume afneemt?
Spiercellen kunnen niet delen. Groei en reparatie van spieren gebeurt via zgn. spierstamcellen. Ze zitten in de spier.  Ouderen bezitten aanzienlijk minder van die stamcellen waardoor ook spierblessures veel langzamer genezen. De oorzaak van het lage aantal stamcellen heeft een epigenetische oorzaak (een verandering in de genexpressie die tijdens ons leven ontstaat). Een gen dat cruciaal is voor de celdeling is minder goed werkzaam. Minder stamcelvernieuwing dus. 

Mitochondriën zijn de energiefabriekjes van de cel. Een afname hiervan veroorzaakt een gebrekkige energievoorziening van de spier en dus een afname van de functie. Ook hier is een gebrekkige genexpressie de oorzaak. Onderzoek toont een perfecte relatie aan tussen mitochondriale genexpressie en sarcopenia, zoals afname van het spiervolume wordt genoemd. Er worden dus minder eiwitten gemaakt die nodig zijn voor de bouw en de functie van de mitochondriën.




Spierweefsel bestaat uit eiwitten. Je zou zeggen: flink eiwitten eten en dan komt het wel goed met die spieropbouw. Helaas, ouderen kunnen de eiwitten niet snel genoeg omzetten, waardoor de natuurlijke afbraaksnelheid het wint. Bovendien vertoont het spierweefsel van ouderen minder autofagie, een proces dat onder normale omstandigheden gebruikte en beschadigde eiwitten, organellen en andere celstructuren opruimt. Als spiervezels dit potentiele afval niet kunnen afvoeren worden ze kleiner en zwakker.

Bij het ouder worden dalen de waarden van en groeifactoren drastisch met spierveroudering tot gevolg. Hormoontherapie zou spierveroudering effectief kunnen omkeren. Maar welk normaal mens begint aan zoiets?
Het blijkt dat spieren zelf ook eiwitten maken die allerlei belangrijke functies hebben. Een voorbeeld hiervan is het verlagen van ontstekingsstoffen en het stimuleren van de opname van glucose en vetzuren, brandstof voor de spier. Over deze eiwitten is nog een hoop te ontdekken.

En nu terug naar het begin; waarom moet je blijven sporten?
Het blijkt dat er veel oorzaken zijn voor spierveroudering en ook dat er nog niet alles over bekend is. Goed nieuws is: uit onderzoek blijkt dat training spierveroudering kan vertragen en zelfs omkeren.
Onderzoek van de spieren van 125 amateurwielrenners  toonde aan dat een leven lang sporten de spierveroudering vertraagt. Er was geen verlies aan spiervolume en aan spierkracht. Wat verrassend is: ook het immuunsysteem bleek onveranderd. Om dit stukje niet TE lang te maken, wat het misschien toch al is, even kort allerlei onderzoeksresultaten die er zijn:
- training verbetert de gezondheid van de mitochondriën
- ouderen met een beschadigde genexpressie hebben na training een genexpressie zoals die van jong volwassenen
- training lijkt autofagie te beïnvloeden
- training verhoogt de hoeveelheid spierhormonen 
- training verlaagt de hoeveelheid ontstekingseiwitten

Omdat spierweefsel bij een gemiddeld mens 30 tot 40 procent van de totale massa bedraagt is het niet alleen verantwoordelijk voor beweging en ademhaling maar ook voor de vet-, glucose- en aminozuur evenwicht. Verlies aan spiermassa en –kwaliteit draagt dus bij aan het verslechteren van het metabolisme /stofwisseling en dus de gezondheid in het algemeen. 

In het artikel lees ik: ‘Krachttraining veroorzaakt spiertoename, hoog intensieve aerobe intervaltraining zoals fietsen en lopen hebben het meest effect op celniveau en daarmee op leeftijd gerelateerd spierverlies en krachtsverlies.
Regelmatige training gecombineerd met goede voeding is de beste manier om sarcopenia, en misschien wel veroudering in het algemeen, tegen te gaan’

Daarmee wil ik even terug komen op de E-bike. Ik ben bang dat het fietsen hierop niet bijdraagt aan het vertragen en het herstel van spierveroudering. De spierbelasting is niet hoog genoeg om effect te bereiken. Dus naast het fietsen op de E-bike zal je nog iets extra’s moeten doen.
Door regelmatige te trainen verleng je je leven waarschijnlijk niet, maar je blijft in elk geval wel langer fit en gezond.

Bron:  Gilian Butler-Browne, Vincent Mouly, Anne Bigot, Capucine Trollet

The Scientist Exploring Life, Inspiring innovation sept. 2018

zondag 6 januari 2019

Wie wint?


Begin december werd de jaarlijkse Montferlandrun gelopen. Het regende hard dus bekeek ik de wedstrijd op TV.
Zoals elk jaar zijn het de lopers van een super-categorie die de kopgroep vormen; licht gebouwd, getinte huidskleur en lopen als een hinde. Maar … dit jaar ook twee Belgen in de kopgroep . …. Chapeau!! Eén van de Belgen heet trouwens Bashir Abdi ☺ De winnaar van dit jaar komt uit Uganda. Bij de eerste10 lopers zijn Ethiopië en Kenia het best vertegenwoordigd. 
Tijdens mijn biologielessen behandelde ik ooit fysiologische aanpassingen van bevolkingsgroepen die op grote hoogte leven. Ze hebben een grotere zuurstofopnamecapaciteit. Zou het een verklaring kunnen zijn voor de uitslagen van duurloopwedstrijden?

Een bepaalde inspanning vraagt een bepaalde portie zuurstof. Maakt niet uit waar je bent. Het is alleen lastig als je hoog in de bergen zit. Daar zit namelijk minder zuurstof in de lucht. Een laaglander in de bergen moet sneller gaan ademen en zijn hart moet sneller gaan kloppen om voldoende zuurstof in zijn cellen te krijgen.
Om het voor hooglandbewoners een beetje draaglijk te maken heeft de evolutie gezorgd voor aanpassingen waardoor ze niet constant hijgend en met een bonkend hart door het leven hoeven te gaan.
Zo hebben Andesbewoners o.a. een hoger hemoglobinegehalte in hun bloed waardoor ze meer zuurstof kunnen binden. Ook hun energievoorziening werkt efficiënter. Ze kunnen meer ATP (=energie) per zuurstof en glucose-eenheid produceren. Dan hebben ze ook nog een groter longvolume; opgroeien in de bergen zorgt dat hun borstkas groter wordt (Barrel chest).
Bij Tibetanen is iets heel opmerkelijks aan de hand. Ze hebben zowel in rust als bij inspanning een snelle ademhaling. Het hemoglobinegehalte is laag en het zuurstofgehalte in het bloed ook. Maar …. nu komt het: hun bloed bevat 10x zoveel NO (= stikstofmonoxide). Stikstofmonoxide doet de bloedvaten verwijden, waardoor het bloed sneller gaat stromen zonder dat de bloeddruk verhoogt. Bij Tibetanen stroomt het bloed dubbel zo snel als bij ons.  
Bij Ethiopiërs en Kenianen echter zijn geen fysiologische aanpassingen gevonden. Raar eigenlijk. Misschien NOG niet. Er wordt nog naar gezocht. 

Er zijn dus bevolkingsgroepen die een efficiëntere zuurstofopname hebben maar die zien we niet op onze wedstrijden. De super-lopers blijken dezelfde fysiologie te hebben als de rest. Het moet de anatomie zijn die het hem doet; licht gebouwd, dunne armen en benen. Ook is lopen in Kenia en Ethiopië erg populair. Bijna elk talent wordt ontdekt. Met deze verklaring zullen we het voorlopig moeten doen!

Duursporters gebruiken de effecten die hoogte op het lichaam heeft om betere duurprestatie te kunnen leveren. Het verhoogde hemoglobinegehalte in het bloed, dat door hoogtetraining ontstaat (aanpassing aan zuurstufschaarste), zorgt ervoor dat je meer zuurstof kunt opnemen en dus op zeeniveau beter kunt presteren. 
Maarten van de Weijden, die onlangs nog een groot deel van de Elfstedentocht zwom,  moest destijds (olympische spelen Peking 2008  goud op de 10 km open water) iets anders verzinnen. In de bergen staan geen wedstrijdzwembaden. Hij bootste hoogte na door in een tentje met een laag zuurstofgehalte te gaan “wonen”.  


Bron: EOS september 2009, Inge Taucher