Ik zie overal reclame voor sportscholen. Ze stunten met goedkope abonnementen. Op de foto’s worden strakke lijven met bijbehorende six-packs getoond en beloofd. Ja, en wie wil dat nou niet? De sportscholen doen volgens mij goede zaken.
Een aantal maanden geleden maakt Filemon een programma “Filemon staat strak”. Hij ging voor het ultieme strakke lijf. Omdat na de eerste weken de training niet genoeg progressie was ging hij anabolen gebruiken. Zijn doel, het halen van de cover op een Fitness-blad heeft hij niet gehaald maar de geplande foto-shoot ging wel door. In de afleveringen van “Filemon staat strak” zie je dat hij keihard moet trainen. Een six-pack krijg je niet voor niets. En ook passende voeding is belangrijk … veel eiwitten. Logisch, want spieren bestaan vooral uit eiwitten.
Ik heb het dan over de skeletspieren, ook wel dwarsgestreept spierweefsel genoemd. Als je een spiervezel van een skeletspier onder de microscoop legt zie je dwarse streepjes, vandaar de naam.
Misschien interessant om eens kort in te zoomen op de werking van de spier. Ik vind het in elk geval magisch om te zien hoe ingenieus onze bewegingen tot stand komen.
En wat voor weefsel is spierweefsel en hoe spieren eigenlijk werken?
Spieren kunnen verkorten en weer verlengen. Dat is natuurlijk de clou van beweging. Een spier die verkort is, is aangespannen en een spier die op lengte is, is ontspannen. Het werkt dus niet als een elastiek want dat zou betekenen dat een verkorte spier ontspannen zou zijn en een lange spier gespannen.
Om te begrijpen hoe een spier kan contraheren/samentrekken zoom ik eens even in op de microscopische bouw van de spier.
Een spier bestaat uit spierbundels. Spierbundels bestaan uit spiervezels en spiervezels bestaan weer uit microfilamenten. Dit zijn de kleinste samentrekkende deeltjes van de spier. Om te begrijpen hoe de spier samentrekt moeten we een kijkje nemen in de filamenten. Een filament is opgebouwd uit een reeks achter elkaar geschakelde contractiele eenheden, de sarcomeren
Elk sarcomeer kan een stukje korter worden. Als alle sarcomeren verkorten worden alle filamenten korter en daarmee alle spiervezels en spierbundels. De hele spier wordt dus korter.
Elk sarcomeer bestaat uit twee soorten eiwit; het actine en het myosine.
Spiecontractie wordt ook wel “het mechanisme van de glijdende filamenten” genoemd. De twee spiereiwitten (actine en myosine) schuiven in elkaar waardoor de sarcomeren verkorten.
Dat glijden van de filamenten gaat natuurlijk niet vanzelf. Op één van de spiereiwitten, het myosine, zitten een soort uitsteekseltjes. Deze myosinekopjes kunnen aan het actine hechten en door middel van een soort roeibeweging verplaatsen ze het actine. Actine glijdt over het myosine. De spier wordt dan korter. Als de myosinekopjes loslaten van het actine kan de spier weer verlengen en dus ook ontspannen.
Bij elke spiercontractie moet een enorm aantal myosinekopjes aan het werk. Ze moeten ‘vastpakken – doorschuiven – loslaten’. En elke keer kost dat energie. En die energie wordt geleverd door ATP. Daar heb ik het in mijn vorige blog over gehad.
Resie,
BeantwoordenVerwijderenWat gebeurt er wanneer een spier 'slapper' wordt (door ouderdom of gebrek aan training of wegens foute voeding), of wanneer een spier 'steviger' (= meer ontwikkeld) wordt? Heeft dat ook met de eiwitten en filamenten te maken? Wat gebeurt er concreet? Welke processen zijn er aan het werk?
De invloed van training - waardoor de spier sneller, dikker, steviger wordt - komt in één van de volgende artikelen aan de orde. Het heeft zeker ALLES met de filamenten/ spiereiwitten te maken. Nog even geduld dus Duky :-)
BeantwoordenVerwijderenWel fijn dat je nieuwsgierigheid gewekt is.
Okido! Ik wacht geduldig ...
BeantwoordenVerwijderenIk ben ook benieuwd naar wat info over de hartspier. Hoe werkt die? Is die vergelijkbaar met de andere spieren? Kun je een hartspier trainen? Wat veroorzaakt het kloppen van die spier?