Begin december werd de jaarlijkse Montferlandrun gelopen. Het regende hard dus bekeek ik de wedstrijd op TV.
Zoals elk jaar zijn het de lopers van een super-categorie die de kopgroep vormen; licht gebouwd, getinte huidskleur en lopen als een hinde. Maar … dit jaar ook twee Belgen in de kopgroep . …. Chapeau!! Eén van de Belgen heet trouwens Bashir Abdi ☺ De winnaar van dit jaar komt uit Uganda. Bij de eerste10 lopers zijn Ethiopië en Kenia het best vertegenwoordigd.
Tijdens mijn biologielessen behandelde ik ooit fysiologische aanpassingen van bevolkingsgroepen die op grote hoogte leven. Ze hebben een grotere zuurstofopnamecapaciteit. Zou het een verklaring kunnen zijn voor de uitslagen van duurloopwedstrijden?
Een bepaalde inspanning vraagt een bepaalde portie zuurstof. Maakt niet uit waar je bent. Het is alleen lastig als je hoog in de bergen zit. Daar zit namelijk minder zuurstof in de lucht. Een laaglander in de bergen moet sneller gaan ademen en zijn hart moet sneller gaan kloppen om voldoende zuurstof in zijn cellen te krijgen.
Om het voor hooglandbewoners een beetje draaglijk te maken heeft de evolutie gezorgd voor aanpassingen waardoor ze niet constant hijgend en met een bonkend hart door het leven hoeven te gaan.
Zo hebben Andesbewoners o.a. een hoger hemoglobinegehalte in hun bloed waardoor ze meer zuurstof kunnen binden. Ook hun energievoorziening werkt efficiënter. Ze kunnen meer ATP (=energie) per zuurstof en glucose-eenheid produceren. Dan hebben ze ook nog een groter longvolume; opgroeien in de bergen zorgt dat hun borstkas groter wordt (Barrel chest).
Bij Tibetanen is iets heel opmerkelijks aan de hand. Ze hebben zowel in rust als bij inspanning een snelle ademhaling. Het hemoglobinegehalte is laag en het zuurstofgehalte in het bloed ook. Maar …. nu komt het: hun bloed bevat 10x zoveel NO (= stikstofmonoxide). Stikstofmonoxide doet de bloedvaten verwijden, waardoor het bloed sneller gaat stromen zonder dat de bloeddruk verhoogt. Bij Tibetanen stroomt het bloed dubbel zo snel als bij ons.
Bij Ethiopiërs en Kenianen echter zijn geen fysiologische aanpassingen gevonden. Raar eigenlijk. Misschien NOG niet. Er wordt nog naar gezocht.
Er zijn dus bevolkingsgroepen die een efficiëntere zuurstofopname hebben maar die zien we niet op onze wedstrijden. De super-lopers blijken dezelfde fysiologie te hebben als de rest. Het moet de anatomie zijn die het hem doet; licht gebouwd, dunne armen en benen. Ook is lopen in Kenia en Ethiopië erg populair. Bijna elk talent wordt ontdekt. Met deze verklaring zullen we het voorlopig moeten doen!
Duursporters gebruiken de effecten die hoogte op het lichaam heeft om betere duurprestatie te kunnen leveren. Het verhoogde hemoglobinegehalte in het bloed, dat door hoogtetraining ontstaat (aanpassing aan zuurstufschaarste), zorgt ervoor dat je meer zuurstof kunt opnemen en dus op zeeniveau beter kunt presteren.
Maarten van de Weijden, die onlangs nog een groot deel van de Elfstedentocht zwom, moest destijds (olympische spelen Peking 2008 goud op de 10 km open water) iets anders verzinnen. In de bergen staan geen wedstrijdzwembaden. Hij bootste hoogte na door in een tentje met een laag zuurstofgehalte te gaan “wonen”.
Bron: EOS september 2009, Inge Taucher